1 Chronicles 10

Mosa was de vader van Bina, Refaja, Elasa en Asel. 1Asel had zes zonen: Azrikam, Bocheru, Jismaël, Searja, Obadja en Chanan. 2

De dood van Saul

3De Filistijnen vielen de Israëlitische troepen aan en behaalden een overwinning. De Israëlieten sloegen op de vlucht en velen sneuvelden op de hellingen van het Gilboagebergte. 4Saul en zijn drie zonen Jonatan, Abinadab en Malkisua werden in het nauw gedreven en de drie zonen werden gedood. 5
This verse is empty because in this translation its contents have been moved to form part of verse 1.Krøn. 10:4.
6
In this translation, this verse contains text which in some other translations appears in verses 1.Krøn. 10:3-4.
Saul was al enige malen aan een benarde situatie ontkomen, toen de Filistijnse boogschutters hem opnieuw in het nauw dreven. Hij werd nu doodsbang en riep naar zijn lijfwacht: ‘Snel, dood mij met je zwaard, voordat deze onbesneden heidenen mij gevangennemen en wraak op mij nemen.’ Maar de wapendrager durfde dat niet. Daarop nam Saul zijn eigen zwaard en liet zich erin vallen.
7Toen zijn lijfwacht zag dat hij dood was, liet ook hij zich in zijn zwaard vallen. 8Zo stierven Saul en zijn drie zonen, het hele gezin kwam op één dag om het leven. 9Toen de Israëlieten beneden in het dal hoorden dat Saul en zijn zonen waren omgekomen en dat het leger was gevlucht, verlieten zij hun steden in een overhaaste vlucht. De Filistijnen maakten daarvan dankbaar gebruik en vestigden zich daar.

10Toen de Filistijnen de volgende dag teruggingen naar het slagveld om de lijken te beroven en de buit te verzamelen, vonden zij de lichamen van Saul en zijn zonen op de berg Gilboa. 11Zij namen Sauls wapenrusting mee en hakten zijn hoofd af. Deze overwinningstekens stuurden zij hun land rond en zij dankten hun afgoden voor de prachtige overwinning. 12Sauls wapenrusting werd aan de muur van de afgodentempel gehangen en zijn hoofd spijkerden zij aan de muur van de tempel van Dagon. 13Maar toen de inwoners van de stad Jabes in Gilead hoorden wat de Filistijnen met Saul hadden gedaan, 14gingen hun moedigste strijders op weg en brachten zijn lichaam en die van zijn zonen terug. Daarna begroeven zij hen onder een eik bij Jabes en huilden en rouwden zeven dagen lang om hen.

Copyright information for NldHTB